Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing gaat in op de risico’s, de bijbehorende beheersmaatregelen en de mate waarin de gemeente voldoende buffer heeft om risico’s af te dekken. In de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing (2023) is het beleid vastgelegd dat de basis vormt voor de gevolgde werkwijze.

Door de complexe samenleving, de veelzijdige gemeentelijke activiteiten en veranderingen in wet- en regelgeving lopen gemeenten veel risico’s. Risico’s zijn onvermijdelijk, maar kunnen wel worden beheerst. De gemeente beschikt over vrij aanwendbare middelen die, indien nodig, worden ingezet om tegenvallers op te vangen. De zogeheten weerstandscapaciteit.

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de financiële omvang van de gemeentelijke risico’s te vermenigvuldigen met de ingeschatte kans dat deze risico’s zich ook echt gaan voordoen. De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of de gemeente voldoende weerstandsvermogen heeft.

Bestuurlijke informatievoorziening

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Bestuurlijke informatievoorziening

In de belangrijkste planning en control-documenten (kadernota, begroting en jaarrekening) treft u altijd een geactualiseerd overzicht van de belangrijkste risico’s en een analyse van het weerstandsvermogen aan. Het betreft de hoofdlijnen van de risicobeheersing. Door de wetgever, de toezichthouder en de raad wordt in toenemende mate belang gehecht aan risicobeheersing.

Risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico's

Risico inventarisatie jaarrekening 2024 (actuele risico's)
Gedurende het jaar krijgt risicobeheersing doorlopend aandacht. In het overzicht van de risico’s zijn de 11 grootste gewogen risico’s, waaronder ook de verzamelde risico’s van de verbonden partijen.  De overige risico's hebben een lager gewogen effect en staan gezamenlijk opgenomen in de tabel. Deze risico's hebben direct gevolgen voor de financiën van onze gemeente. In deze jaarrekening betreft het een overzicht van de actuele risico’s, waarvoor op het moment van opstellen weerstandscapaciteit nodig is. Zo kan worden bepaald wat het actuele weerstandsvermogen is. Daarnaast hebben we enkele risico's die op dit moment nog niet gekwantificeerd kunnen worden naar een gewogen effect, zoals netcongestie en de aanbrug van de Algerabrug.

Risico's Jaarrekening 2024
GEKWANTIFICEERDE RISICO'S
S / I
Max kosten bij gevolg
Kans op gevolg
Benodigde capaciteit
Bestuur en veiligheid
Geen risico's in de Top 11
Ruimtelijk domein
1. MPG2025 Bij de actualisatie van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) zijn meerdere risico’s met mogelijke financiële consequenties gedefinieerd en gewogen. Het aantal risico’s is toegenomen doordat de uitvoering van enkele projecten in een vervolgfase is gekomen. Doordat beter zicht is gekomen op de uitvoering kunnen de risico's ook beter worden ingeschat en kunnen gerichte beheersmaatregelen worden ingezet.
I
2.789
div.
1.013
Diverse beheersmaatregelen zijn van toepassing, deze zijn per grondexploitatie geïnventariseerd.
2. Grote projecten Buitenruimte Kosten kunnen aanzienlijk oplopen in verband met marktwerking bij aanbestedingen en tijdens de uitvoering van projecten. Ook de planning van projecten is een risico. We hebben gezien dat de prijzen en levertijden van allerlei grondstoffen en materialen stijgen. Het zijn inmiddels forse prijsstijgingen en de komende ontwikkeling is niet goed te voorzien.
I
3.000
10%
300
Monitoring en waar nodig en waar mogelijk anticiperen bij opstellen meerjarenplanning herstraten en riolering. De planning van projecten en noodzakelijk extra onderzoek.
3. Verwerkingstarief en afvalhoeveelheden Onderdeel van de dienstverleningsovereenkomst met Cyclus
S
300
50%
150
Tarievenstijging mbt afvalverwerking. Significante prijschommelingen in 2024 kunnen effect hebben op de prijzen in 2025.
Maatschappelijk Domein
4. Zwembad De Lansingh Zoals bekend is het recreatiebad van zwembad De Lansingh gesloten, dit heeft gevolgen voor de exploitatie. Daarnaast dient de Specifieke Uitkering meerkosten energie openbare zwembaden nog afgewikkeld te worden met Optisport.
S
800
25%
200
De gemeente is in gesprek met exploitant Optisport over de toekomst van het zwembad en de afwikkeling van de SPUK.
Sociaal Domein
5. Open einde regeling irt stijgende vraag naar zorg Er is (landelijk) sprake van een stijgende vraag naar zorg. Dit heeft effect op zowel de lokale als de regionale budgetten voor jeugdzorg en Wmo.
S
300
50%
150
Effecten van vergrijzing en de gevolgen van het abonnementstarief met betrekking tot vervoersvoorzieningen en woningaanpassingen worden meegenomen in de reële raming van de begroting. Op basis van monitoring wordt bezien in hoeverre er sprake is van een toename in de zorgvraag. Een incidenteel effect kan hiermee worden opgevangen. Structurele verwerking moet plaatsvinden via een begrotingswijziging 2024 op een later moment.
6. Voorschot mandaatgemeente Rotterdam m.b.t. Nieuwe Specifieke uitkering Integraal Zorgakkoord De gemeente Rotterdam heeft als mandaatgemeente voor onze regio een specifieke uitkering integraal Zorgakkoord ontvangen. Op basis van het vastgestelde regioplan hebben wij een voorschot ontvangen in 2024 van 902.800. Wij verantwoorden in onze jaarrekening 2024 de bestedingen. Vervolgens neemt de mandaatgemeente Rotterdam in haar SISA-verklaring bij de jaarrekening 2025 onze bestedingen 2024 mee in de verantwoording. Onze accountant heeft de SISA verantwoording 2024 gecontroleerd. De definitieve vaststelling over 2024 door het Rijk vindt pas plaats op basis van de SISA-verantwoording van de mandaatgemeente in 2025. Het risiso bestaat dat we een deel van het voorschot moeten terugbetalen.
S
2.103
10%
210
Afhankelijk van de bevindingen van onze accountant in de SISA verantwoording 2024 en de toets van het Rijk op de SISA verantwoording van de mandaatgemeente Rotterdam in 2024 over 2023, bestaat de kans dat een deel van het ontvangen voorschot moet worden terugbetaald.
7. BUIG De inkomsten van de Specifieke uitkering BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten) laat een grillig verloop zien. Het definitief budget BUIG 2024 is in de begroting verwerkt. Dat geldt ook het voorlopig budget voor 2025. Het nader voolopig budget en definitief budget kunnen sterk afwijken. Daarnaast hadden wij nog een taakstelling in de begroting verwerkt van 160.000 in 2024. Deze is in de begrotingswijziging van december 2024 incidenteel vervallen. Er is nog wel sprake van een structurele taakstelling van 235.000 vanaf 2025, waarvan de effecten nog in kaart moeten worden gebracht.
S
500
50%
250
Jaarlijks ontvangt de gemeente op 3 momenten een indicatie van het BUIG Budget van het Rijk. Een voorlopig budget, een nader voorlopig budget en een definitief budget. Het is gebruikelijk de opgave van het Rijk te volgen. De bedragen op deze 3 momenten in één begrotingsjaar fluctueren aanzienlijk en is mede afhankelijk van verschillende factoren. De effecten van de oorlog in Oekraïne en de hoge inflatie wegen bijvoorbeeld mee. Daarom wordt als beheersmaatregel voorgesteld een risico te benoemen in de paragraaf weerstandvermogen.
Middelen
8. Cyberaanval Bij een cyberaanval worden de ICT systemen aangevallen en mogelijk uitgeschakeld.
S
4.000
10%
400
Penetratietesten door ingehuurde hackers, jaarlijks. Netwerk is opgedeeld in veel segmenten en gecompartimenteerd. Bewustzijnstrainingen voor medewerkers, waaronder phisingmailcampagne.
9. Cao gemeenten Onduidelijk is welke effecten de CAO onderhandelingen voor de cao per 31 maart 2025 hebben voor de gemeente. Denk aan de gevolgen voor de loonkosten, alsook kosten voor hybride werken en duurzaam verplaatsen.
S
300
75%
225
In de gemeentelijke begroting is rekening gehouden met 4% index op de salarissen. Indien in de nieuwe CAO een hoger percentage wordt overeengekomen treedt dit risico op.
10. Tijdelijk karakter Specifieke Uitkeringen (SPUK's) Diverse specifieke uitkeringen hebben een tijdelijk karakter, terwijl er structurele uitgaven mee gedekt worden. In de meerjarenraming wordt uitgegaan van voortzetting van de regelingen. Als het Rijk besluit ermee te stoppen of te minderen leidt dit tot tekorten.
S
2.000
10%
200
Wanneer het Rijk een regeling wijzigt of beëindigt wordt het door de regeling gedekte takenpakket heroverwogen om het nadeel te compenseren.
11. Renteontwikkeling De ontwikkeling van de rente op de kapitaalmarkt heeft gevolgen voor de lasten van nog af te sluiten leningen. Vanwege het omvangrijke investeringsprogramma heeft dat forse impact wanneer leningen moeten worden afgesloten.
S
990
50%
495
De financieringsbehoefte is verder toegenomen, vanwege het investeringsprogramma dat in de begroting 2025 is opgenomen. De rente beweegt zich tussen 3 en 3,5%. Dit risico blijft actueel. Naast beheersmaatregelen m.b.t. het aangaan van nieuwe leningen is er ook aandacht voor de omvang van het investeringsprogramma in het kader van de ombuigingen.
Verbonden partijen
Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen).
I
-
-
Overige risico's
Risico's die niet binnen de top 11 vallen.
I/S
4.234
div.
1.052
TOTAAL
21.316
4.645

Terugblik risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Terugblik risico's

Met het vaststellen van de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is afgesproken om bij de jaarrekening ook een terugblik te doen op de risico top 10 zoals opgenomen in de begroting, in dit geval dus de begroting 2024. 

Risico's jaarrekening 2024
Terugblik risico's begroting 2024
GEKWANTIFICEERDE RISICO'S
S / I
Begroting 2024
Jaarrekening 2024
Bestuur en Veiligheid
Geen risico's in de top 10
Ruimtelijk domein
1. MPG 2025 Bijstelling o.b.v. MPG 2025 naar € 1,01 mln. De risico's zijn lager omdat een aantal risico's zijn verwerkt in de projecten.
I
1.429
1.010
2. Grote projecten Buitenruimte Kosten kunnen aanzienlijk oplopen in verband met marktwerking bij aanbestedingen en tijdens de uitvoering van projecten. Ook de planning van projecten is een risico. We hebben gezien dat de prijzen en levertijden van allerlei grondstoffen en materialen stijgen. Het zijn inmiddels forse prijsstijgingen en de komende ontwikkeling is niet goed te voorzien. Het risico is ongewijzigd gehandhaafd.
S
300
300
3. Verwerkingstarief en afvalhoeveelheden Onderdeel van de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) met Cyclus. Het risico is ongwijzigd gehandhaafd.
S
150
150
4. Omgevingswet De Omgevingswet vormt de (nieuwe) basis voor een samenhangende benadering van de ‘fysieke’ woon- en leefomgeving. Om de samenhangende benadering verder vorm te geven bevat de wet (nieuwe) instrumenten zoals de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en het Programma. Gemeenten dragen hun eigen invoeringskosten, waaronder investeringen in digitale middelen, veranderkosten, coördinatie en invoeringskosten. Hiervoor zijn in de begroting nog geen extra (incidentele) middelen opgenomen. Het risico is ongwijzigd gehandhaafd
I
150
150
Maatschappelijk domein
Geen risico's in de top 10
Sociaal domein
5. Stijgende vraag zorg Tussentijds is in 2024 de begroting via begrotingswijzigingen aangepast aan alle ontwikkelingen op het gebied van jeugdzorg en Wmo.
I/S
200
150
6. Wmo verordening In de raadsvergadering van 5 maart 2024 zijn de consequenties van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep d.d. 20 februari 2024 aan de orde geweest inzake de inkomenstoets bij de WMO. Geconcludeerd is dat wij niet langer konden doorgaan met het hanteren van een inkomenstoets voor de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden. De raad is hierover bij raadsinformatiebrief d.d. 5 maart 2024 geïnformeerd. Tevens is de verordening hierop aangepast.
I
250
-
7. Kosten bijstand De inkomsten van de Specifieke uitkering BUIG (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen Gemeenten) laat een grillig verloop zien. Mogelijk wijkt het definitief budget voor 2023 sterk af van het voorlopig budget BUIG en nader voorlopig budget BUIG.
I
150
150
8. GR Jeugdhulp Rijnmond Alle actuele ontwikkelingen zijn via begrotingswijzigingen verwerkt in onze exploitatie. Het resultaat 2024 op de regionale jeugdhulp valt fors mee.
S
150
75
Wij hebben de landelijke ontwikkelingen - m.b.t. de situatie jeugdhulp+ ontwikkelingen op regionaal en landelijk niveau - op de voet gevolgd in 2024. In de begroting 2024 zijn alle actuele ontwikkelingen verwerkt.
S
150
25
In 2024 is invulling gegeven aan € 200.000 van de taakstelling. Eind 2024 was er nog sprake van een taakstelling van € 425.000. Op basis van het voorlopige positieve resultaat 2024 op regionale jeugdzorg van € 766.000 wordt in de begrotingswijziging van april 2025 de taakstelling afgeboekt. Het structurele effect van het positieve saldo is hiervoor dermate zeker.
S
156
-
Middelen
9. Renteontwikkeling De financieringsbehoefte is verder toegenomen, vanwege het investeringsprogramma dat in de begroting 2025 is opgenomen. De rente beweegt zich tussen 3 en 3,5%. Dit risico blijft actueel. Naast beheersmaatregelen m.b.t. het aangaan van nieuwe leningen is er ook aandacht voor de omvang van het investeringsprogramma in het kader van de ombuigingen.
S
150
150
Risico's verbonden partijen
Risico's die geheel of gedeeltelijk afgewend kunnen worden op de gemeente (verbonden partijen).
I
97
-

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit betreft de middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. In hoofdzaak bestaat de weerstandscapaciteit uit drie onderdelen:

•  reserves (eigen vermogen)
•  onbenutte belastingcapaciteit
•  onvoorzien

Reserves
Van de reserves worden de algemene reserve, de algemene reserve grondexploitatie, de algemene reserve begrotingstekorten, de vrije reserve en de bestemmingsreserves tot de weerstandscapaciteit gerekend. Van de bestemmingsreserves wordt met name het deel dat verband houdt met benoemde risico’s of nog vrij besteedbaar is meegeteld. Dat wil zeggen dat de benodigde reservemiddelen voor reeds genomen besluiten in principe niet meetellen voor de weerstandscapaciteit.

De algemene reserve heeft als hoofdfunctie het vormen van een buffer vanwege risico’s. In de Nota Reserves en Voorzieningen (raad 30 maart 2023) is vastgelegd dat de algemene reserve een omvang heeft tussen 5% en 10% van het begrotingsvolume. Wanneer het saldo meer dan 10% is, wordt het meerdere naar de vrije reserve overgeheveld. De vrije reserve wordt omgekeerd ook aangesproken wanneer de algemene reserve door de bodem (5%) zakt.

Per 31 december 2024 bedraagt de algemene reserve € 8,6 miljoen en valt daarmee binnen de bandbreedte.

Wanneer bestemmingsreserves een rechtstreekse relatie met benoemde risico’s hebben worden deze reserves eveneens meegeteld als weerstandsvermogen.

Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit heeft betrekking op de vier belangrijkste eigen inkomsten van de gemeente, te weten de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de leges (voor zover deze niet al ‘maximaal’ of kostendekkend zijn).

De Onroerend Zaakbelasting is in Krimpen niet gemaximeerd en biedt dus in principe ruimte. Een belangrijk standpunt van de raad en het college is echter dat lastenstijging voor de burger zoveel mogelijk wordt beperkt. Het rekenen met onbenutte belastingmogelijkheden past niet in dat beeld. Daarom is de onbenutte belastingcapaciteit vanwege de OZB op € 0 gesteld. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn in Krimpen aan den IJssel 100% kostendekkend. Op deze heffingen is dus geen sprake van onbenutte ruimte.

De onderdekking op de totale leges die de gemeente in rekening brengt is niet eenvoudig in beeld te brengen. Het legespakket is zeer divers en er is nauwelijks op de opbrengsten te sturen. Ook voor dit onderdeel wordt daarom geen onbenutte ruimte meegerekend. Evenmin gebeurt dat voor de begraafrechten, de markt- en havengelden. In de paragraaf lokale heffingen wordt op de kostentoerekening en kostendekkendheid van tarieven ingegaan.

Post onvoorziene lasten en saldo begroting
In de begroting wordt een verplichte post voor onvoorziene lasten opgenomen. De omvang van deze post bedraagt €0, conform de Financiële Verordening (artikel 4.2). Het saldo van het jaar 2024 maakt eveneens onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. 

Berekening weerstandscapaciteit
Op basis van de driedeling die hiervoor is toegelicht is het volgende overzicht van de weerstandscapaciteit opgesteld:

Weerstandscapaciteit
2024
Reserves
Algemene reserve – algemene dienst
7.161
Algemene reserve – grondexploitatie
5.303
Algemene reserve – begrotingstekorten
7.000
Vrije reserve (vrij besteedbaar deel)
202
Subtotaal
19.665
Onbenutte belastingcapaciteit
OZB
pm
Rioolrechten
Afvalstoffenheffing
Leges en andere heffingen
pm
Subtotaal
Onvoorzien en saldo
Onvoorzien
Saldo rekening 2024
4.128
Saldo begroting 2025
565
Subtotaal
4.693
Totale weerstandscapaciteit
24.358

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zetten we het totaal aan beschikbare vrije middelen af tegen het totaal aan gekwantificeerde risico’s.

Daarmee is het weerstandsvermogen met 5,24 uitstekend. Bij de begroting 2024 bedroeg de ratio 3,95 en bij de begroting 2025 was deze 3,76. De stijging van de ratio, in vergelijking met de begroting 2024, komt voornamelijk door een toename van de omvang van de reserve Begrotingstekorten. In vergelijking met de begroting 2025 is de stijging te verklaren door een  hogere som van de gekwantificeerde risico's in de begroting 2025.

Volgens de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is een ratio van minimaal 1,0 acceptabel. Daar zit het nu berekende weerstandsvermogen dus fors boven. De kaders van de algemene reserve:
- Ondergrens is 5% omvang lasten begroting (2025) = 5,45 mln. (of als weerstandsratio onder 1,0 komt)
- Bovengrens is 10% omvang lasten begroting (2025) = 10,90 mln.

De stand van de algemene reserve valt met 8,6 mln. binnen deze kaders, er is geen storting naar of onttrekking van de vrije reserve nodig.

Berekening weerstandsvermogen
2024
Beschikbare weerstandscapaciteit
24.358
Benodigde weerstandscapaciteit
4.645
Weerstandsvermogen
5,24

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële kengetallen

In planning en control documenten wordt altijd aandacht besteed aan de financiële positie. Bij de beoordeling van de financiële positie wordt met de set verplichte kengetallen het inzicht in de financiële positie en de toekomstbestendigheid verbeterd. De kengetallen zijn niet genormeerd, maar vooral bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. Hieronder volgt een korte toelichting op de (berekening van de) kengetallen, een tabel met (meerjarige) uitkomsten en een beoordeling van de onderlinge verhouding in relatie tot de financiële positie.

Netto schuldquote
Deze quote drukt de schulden van de gemeente uit als aandeel van de totale baten in een jaar. Hiermee wordt een indicatie gegeven van de druk vanwege rente en aflossing op de begroting. Omdat de gemeente ook geld doorleent wordt dit kengetal tevens berekend zonder (correctie) verstrekte leningen. De ontwikkeling van de schuldquote wordt beoordeeld met behulp van de daarvoor ontwikkelde scan van de VNG.

Solvabiliteitsratio
Deze ratio betreft de verhouding tussen het eigen vermogen (reserves) en het totale vermogen. De uitkomst geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een hogere ratio duidt op een grotere weerbaarheid.

Grondexploitatie
De ratio voor grondexploitatie wordt berekend door de balanswaarde van de grondposities te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Een hoge uitkomst geeft de indicatie dat de gemeente veel risico loopt wanneer de ontwikkeling van de grondposities achterblijft.

Structurele exploitatieruimte
De begroting dient structureel in evenwicht te zijn. Dit houdt in dat de structurele lasten kunnen worden gedragen door de structurele baten. De indicator structurele begrotingsruimte drukt het structurele saldo uit als aandeel van de totale baten. De uitkomst dient uiteraard positief te zijn en geeft een indicatie van mate waarin de gemeente nog structurele financiële ruimte heeft.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit bestaat uit een berekening van de totale gemeentelijke woonlasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde, afgezet tegen het landelijk gemiddelde van het voorgaande jaar. De lokale uitkomst geeft aan in hoeverre (positief of negatief) van het gemiddelde wordt afgeweken en geeft dus tevens een indicatie van de wendbaarheid van de begroting door inzet van belastingverhoging als dekkingsmiddel.

Hoewel zoals hiervoor opgemerkt geen normering is vastgesteld, wordt vaak gebruik gemaakt van de volgende signaleringswaarden:

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
1.a Netto schuldquote zonder correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%
1.b Netto schuldquote met correctie doorgeleende gelden < 90% 90 - 130% > 130%

2. Solvabiliteitsratio

> 50% 20 - 50% < 20%
3. Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
4. Structurele exploitatieruimte > 0,2% 0 - 0,2% < 0%
5. Belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%

Hierbij geldt dat Categorie A het minst risicovol is en Categorie C het meest. Daarbij is van belang dat de kengetallen vooral in samenhang met elkaar moeten worden beoordeeld.

Duiding uitkomsten kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf B Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Duiding uitkomsten kengetallen

In de berekeningen van de kengetallen wordt er gebruik gemaakt van balansstanden. Voor de begrotingsjaren wordt er uitgegaan van balansstanden per 1-1 van het betreffende jaar. Voor de jaarrekening 2024 is gebruik gemaakt van de balansstanden per 31-12-2024. In de tabel zijn de kleuren gebruikt uit de tabel met signaleringswaarden.

Kengetallen Rekening 2023 Begroting 2024 Rekening 2024
Netto schuldquote 40,27% 49,63% 27,21%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen 27,60% 39,61% 15,34%
Solvabiliteitsratio 42,31% 42,43% 44,91%
Grondexploitatie 8,09% 3,54% 0,78%
Structurele exploitatieruimte 2,08% 0,95% 3,00%
Belastingcapaciteit 122,01% 118,11% 115,86%

Netto schuldquote
De netto schuldquote is flink gedaald ten opzichte van de rekening 2023 en begroting 2024. De belangrijkste oorzaak is een hoger saldo vlottende activa (liquiditeiten). Er is in 2024 sprake geweest van een veel gunstigere cash flow dan verwacht.  Daarnaast is het saldo van de de totale baten (exclusief mutatie reserves) hoger dan bij de rekening 2023. De verwachting is dat de schuldquote de komende jaren zal stijgen door het aantrekken van nieuwe leningen, die nodig zijn vanwege het investeringsprogramma.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteit is nog steeds goed mede door de positieve rekeningresultaten. Door de inzet van reserves zal de solvabiliteit de komende jaren waarschijnlijk dalen. 

Structurele exploitatieruimte
Voor de jaarrekening in 2024 is de structurele exploitatieruimte opnieuw positief. De voornaamste oorzaak voor het positieve resultaat is dat er hogere ontvangsten zijn vanuit het gemeentefonds, bij de mei- en septembercirculaire. Daarnaast is het saldo van de incidentele lasten en baten een stuk lager dan bij de jaarrekening 2023.

Grondexploitatie
De grondexploitatie quote is flink afgenomen. Dit wordt veroorzaakt door de overgang van Stormpolderdijk van de voorraden naar de materiële en financiële vaste activa. Daarnaast zijn de grondverkopen voor Centrum-Zuid in 2024 gerealiseerd.
De prognoses en risico’s van de grondexploitaties zijn in het MeerjarenPerspectief Grondexploitaties geanalyseerd en toegelicht.

Belastingcapaciteit
Het kengetal belastingcapaciteit is in 2024 licht afgenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere onroerende zaak belasting. Zie hiervoor in paragraaf A Lokale heffingen de lastendruk van verschillende situaties van huishoudens. De lokale lastendruk blijft echter onverminderd hoog en wordt vooral veroorzaakt door de afvalstoffen- en rioolheffing.

Conclusie kengetallen
De samenhang en ontwikkeling van de kengetallen zeggen meer dan de absolute uitkomsten.

Het totaalbeeld van 2024 is dat de waarden van kengetallen niet ingrijpend zijn gewijzigd. Uitzondering is de daling van de netto schuldquote. Gezien de investeringsambities is dat naar verwachting tijdelijk. Krimpen aan den IJssel heeft op basis van de kengetallen in deze jaarstukken een gezonde financiële positie, met lage schulden, positieve rekeningresultaten en voldoende reserves. Op de grondposities wordt relatief weinig risico gelopen. Daar staat tegenover dat belastingverhoging als middel om structurele tekorten verder terug te dringen nog maar zeer beperkt inzetbaar is.